Categorie archieven: vlietnieuws

Spoeddebat over bouw Vlietland-Noord

De gemeenteraad komt op woensdag 1 februari in een extra zitting bijeen om te praten over het plan 222 recreatiewoningen te gaan bouwen in natuur- en recreatiegebied Vlietland. Het debat is aangevraagd door de oppositiepartijen CDA, GroenLinks, PvdA, SP en ChristenUnie.

Aanleiding is een brief die de Commissaris der  Koning in Zuid-Holland, Jaap Smit, heeft geschreven aan het college van B&W en de gemeenteraad in Leidschendam-Voorburg over een onjuiste weergave van de rol van de provincie in de doorontwikkeling van Vlietland Noord. Smit verwijst daarbij naar een brief van B&W aan de gemeenteraad van 6 december 2022.

In de brief van Smit worden de beweringen van het college van B&W lijnrecht tegengesproken daar waar het gaat over de rol van de provincie in de doorontwikkeling van Vlietland. De vijf oppositiepartijen zijn daar niet van gediend: ‘Wij willen als gemeenteraad een besluit nemen op basis van feiten. Het feit dat de provincie ons een brief moet sturen, terwijl het college ons andere feiten voorhoudt, is verwarrend. We kunnen niet anders dan om opheldering vragen. We willen duidelijkheid als gemeenteraad. Een spoeddebat hierover is nodig. Een second opinion op het advies van de huisadvocaat ook. En wel zo snel als mogelijk’, aldus de vijf in een verklaring.

Provincie wijst B&W terecht inzake Vlietland

Gedeputeerde Staten (GS) van Zuid-Holland hebben B&W schriftelijk op de vingers getikt inzake informatie die aan de gemeenteraad is verstrekt over de bouw van 222 recreatiewoningen in natuur- en recreatiegebied Vlietland. GS verwijten B&W ‘aannames’ te verwoorden over de positie en handelwijze van de provincie die niet correct zijn. Men hekelt het feit dat B&W de inhoud van hun informatie niet met de provincie hebben afgestemd.

‘Geacht College, Met verbazing heeft het College van Gedeputeerde Staten kennis genomen van uw brief aan uw gemeenteraad de dato 6 december jongstleden met als onderwerp ‘Raadsbrief Reageren op voorstel Burgerinitiatief Vlietland’. Deze presenteert een aantal punten die gebaseerd lijken op aannames met betrekking tot de positie en handelwijze van de Provincie Zuid-Holland. Afstemming hierover had onduidelijkheden die naar aanleiding hiervan zijn gerezen en kunnen rijzen, voorkomen kunnen worden.

U stelt dat het ontwerp bestemmingsplan (dat de bouw van de 222 woningen mogelijk maakt, red.) past binnen het bestaande provinciale beleid. Dat is vooralsnog niet correct. De komst van recreatiewoningen past weliswaar in het provinciale beleid maar op het ontwerp bestemmingsplan heeft de Provincie Zuid-Holland een zienswijze ingediend. De punten die hierin zijn benoemd zullen beantwoord moeten worden, waarna de Provincie kan bepalen of het plan met de aanpassingen in het ontwerp past binnen het vigerende provinciale beleid.

Ook wekt u in uw brief de indruk dat er een verwachting is dat er provinciale dwang komt richting uw gemeenteraad waar het gaat om het vaststellen van dit bestemmingsplan. Wij weten niet waar u dat op baseert. Het klopt dat de provincie in theorie kan besluiten om een inpassingsplan te maken als er provinciale belangen in het geding zijn. Een besluit daartoe moet dan gelegitimeerd zijn in het provinciale omgevingsbeleid en vraagt een besluit van Provinciale Staten. Op dit moment zien wij geen aanleiding in het provinciale omgevingsbeleid dat een dergelijke stap rechtvaardigt, want het beleidsmatig niet uitsluiten van de ontwikkeling van een verblijfsrecreatiepark op deze locatie is iets anders dan het actief voorstaan van een dergelijke ontwikkeling.

Uw brief verbindt de erfpachtovereenkomst die de Provincie Zuid-Holland in 2006 heeft gesloten met Recreatiecentrum Vlietland B.V. (RCV) met goedkeuring van het bestemmingsplan. In de erfpachtovereenkomst is vastgelegd dat de provincie toestemming geeft voor de ontwikkeling van de recreatiewoningen op de gronden die in erfpacht (en in ondererfpacht in 2019) zijn uitgegeven. Het vigerende bestemmingsplan maakt dit nu al mogelijk. Daarbij is expliciet aangegeven dat RCV verantwoordelijk is voor de realisatie van de recreatiewoningen en het verkrijgen van de publiekrechtelijke vergunning(en) die daarvoor nodig zijn.

Het gebruik van instrumenten als een inpassingsplan (publiekrechtelijk) om de privaatrechtelijke afspraken uit de erfpachtovereenkomst te bevorderen is niet aan de orde. De privaatrechtelijke rol van de Provincie Zuid-Holland is strikt gescheiden van de publiekrechtelijke. Vanuit de private rol heeft de provincie als eigenaar van Vlietland de gronden in erfpacht gegeven en toegestemd met het gebruik van de gronden voor de ontwikkeling en exploitatie van recreatiewoningen.

Dit staat los van de publieke rol voor de ruimtelijke ordening en de eventuele vergunningverlening. Daarbij wordt de ontwikkeling getoetst aan het vigerende provinciale beleid wat onder andere geleid heeft tot de eerder genoemde zienswijze op het ontwerp bestemmingsplan. Er zijn geen afspraken gemaakt indien RCV niet tot ontwikkeling van de recreatiewoningen besluit c.q. indien deze vanwege het ontbreken van publiekrechtelijke toestemming niet tot ontwikkeling kunnen komen.

Ten aanzien van wijzigen van het bestemmingsplan is in de erfpachtovereenkomst opgenomen dat indien de gemeente hiermee publiekrechtelijk akkoord gaat, de provincie in beginsel bereid is privaatrechtelijk in te stemmen. Naast het feit dat er verschil van interpretatie is over toepassing van instrumentarium, kan de brief de indruk wekken dat de Provincie Zuid-Holland voornemens is zich publiekrechtelijk tot het uiterste in te spannen om deze ontwikkeling mogelijk te maken. Ons College hecht er aan u erop te wijzen dat hier geen sprake van is. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voorzitter, drs. J. Smit’.

Zoals bekend hebben PvdA en SP in de gemeenteraad voorgesteld het ontwerp bestemmingsplan nu niet te behandelen doch eerst een ‘second opinion’ te vragen over het bouwvoornemen. Daar was al steun voor vanuit GroenLinks. Nu zouden ook CDA en ChristenUnie zich daarbij aansluiten waardoor de voltallige oppositie in de gemeenteraad zulks verlangt.

Bouw woning Tuinbouwweg

Wethouder Bianca Bremer heeft de gemeenteraad bericht dat zij in wil stemmen met de bouw van een vrijstaande woning Tuinbouwweg 14A Stompwijk. Haar bericht luidt als volgt:

‘Geachte leden van de raad, Met deze collegemail informeer ik u over de ter inzagelegging van de ontwerp omgevingsvergunning voor het oprichten van een vrijstaande woning en parkeervoorzieningen op eigen terrein aan de Tuinbouwweg 14A in Leidschendam. Op 5 januari 2021 heeft u als raad besloten om de categorie ‘Het nieuw bouwen van woningen en/of het wijzigen van een bestaande functie naar wonen, al dan niet in combinatie met bedrijvigheid van maximaal milieucategorie 2/kantoor/beroep of bedrijf aan huis op de begane grond, van minder dan 10 woningen binnen de bebouwde kom van Leidschendam of Voorburg en van minder dan 5 woningen buiten die bebouwde kom (inclusief de kern Stompwijk), mits ontheffing op basis van de nota parkeernormen niet aan de orde is’ op te nemen in een lijst van aangewezen categorieën van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. De voorliggende aanvraag voor het oprichten van een vrijstaande woning met parkeervoorzieningen op eigen terrein aan de Tuinbouwweg 14A valt binnen de door de raad aangewezen categorie. Dit betekent dat voor deze aanvraag geen aparte verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad is vereist. In punt 3 van het raadsbesluit heeft u het college opgedragen de raad te informeren voordat een besluit als ontwerp ter inzage wordt gelegd voor inspraak en beroep. Het ontwerpbesluit omgevingsvergunning zal met de bijbehorende stukken ter inzage liggen vanaf donderdag 2 februari 2023 t/m woensdag 15 maart 2023. Tijdens deze termijn kunnen zienswijzen worden ingediend. Na ter inzagelegging wordt (met inachtneming van eventuele ingekomen zienswijzen) een definitief besluit genomen. Met vriendelijke groet, Namens het college van burgemeester en wethouders, wethouder B.B.M. Bremer’.

Meer geld voor geluidscherm A4

De provincie Zuid-Holland trekt 8,5 miljoen euro uit voor de aanleg van een geluidwerende voorziening langs de A4 ter hoogte van natuur- en recreatiegebied Vlietland. Dat is 1,5 miljoen euro meer dan de tot nu tot beschikbare 7 miljoen euro. Dat hebben Gedeputeerde Staten (GS) aan Provinciale Staten (PS) laten weten.

De geluidwerende voorziening gaat er zo uit zien:

=    deel strand tot aan klimeiland (715 meter): grondwal van 2 meter hoogte    plus zonnepanelen waardoor het geheel 3 meter hoog wordt,

= deel klimeiland – Speckeiland (842 meter): grondwal met betonnen ele menten,

= deel Speckeiland – Kniplaan (1075 meter): bomen en struiken,

= deel Kniplaan – Vogelplas (1185 meter): groen en geluidscherm op buispa len.

GS vragen PS met de opzet in te stemmen. Begin 2019 spraken PS zich unaniem uit voor de opzet van een geluidwerende voorziening langs de A4 bij Vlietland. Destijds werd er 5 miljoen euro voor vrijgemaakt.

Taakstraf geëist voor bouwfraude

Justitie eist een taakstraf van 240 uur tegen een Delftse bouwondernemer die Stichting Panta Rhei, bestuurder van 12 basisscholen in Leidschendam-Voorburg, zou hebben opgelicht. De zaak kwam in 2014 aan het rollen na een inval van de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) bij Panta Rhei in Leidschendam. Door de fraude zou een schade van 0,5 miljoen euro zijn ontstaan. De rechter velt op 9 februari het oordeel.

De Delftse bouwondernemer adviseerde Panta Rhei bij bouwwerkzaamheden. Hij was bevriend met de directeur van Panta Rhei. Bij wijze van ‘vriendendienst’ plaatste de bouwondernemer een dakopbouw op het huis van de directeur en bezorgde hij hem een gunstige deal bij de inruil van een dure auto. De Delftenaar zou lage offertes voor Panta Rhei hebben achter gehouden en geld dat overbleef toen een aanneemsom lager uitviel dan gedacht, in eigen zak hebben gestoken.

Behalve de taakstraf vordert justitie ook een half jaar gevangenisstraf voorwaardelijk, een boete van 15.000 euro en het terugbetalen van de 0,5 miljoen euro. Dat geld moet naar de gemeente aangezien die de bouw van de scholen financierde. De Delftenaar ontkent alles. Zijn bedrijf is inmiddels failliet. De directeur werd destijds voor Panta Rhei op non actief gesteld en is later vertrokken.

‘Nee’ tegen Tiny Houses Stompwijk

De provincie Zuid-Holland wil geen Tiny Houses toestaan aan de Meerlaan in Stompwijk. B&W leggen zich daarbij neer. Zij adviseren de gemeenteraad om de realisatie niet door te zetten.

Dat blijkt uit een brief van wethouder Bianca Bremer aan de gemeenteraad. De zaak speelt al sinds eind 2021. Toen legden twee inwoners van Stompwijk de gemeenteraad een plan voor, voor de realisatie van zestien Tiny Houses.

Een meerderheid van de gemeenteraad voelde wel iets voor het plan en verzocht B&W daarop te reageren. Oud-wethouder Jan Willem Rouwendal beloofde daarop de haalbaarheid te zullen laten onderzoeken.

De locatie ligt in het zogenoemde buitengebied. De provincie stelt daarvoor de ontwikkelingskaders vast. De provincie stelt nu dat het plan niet binnen de Omgevingsverordening Zuid-Holland past.

In de verordening is het gebied is aangewezen als ‘Groene Buffer’. Omdat dit gebied nog grotendeels ‘open’ is, wordt het karakter van het gebied in grote mate aangetast door het plan zodat sprake is van een wijziging van de gebiedsidentiteit. Het is niet langer een weide, maar een gebied met verstedelijkt karakter. Daarbij is het strijdig met de richtpunten van droogmakerijen.

Eventuele nieuwe bebouwing en bouwwerken worden geplaatst binnen de bestaande structuren/linten en niet in de veenweidepolders. En de richtpunten van Groene buffer zijn dat er geen grootschalige nieuwe ontwikkelingen plaats vinden in de bufferzone. Nieuwe ontwikkelingen moeten bijdragen aan de recreatieve gebruiks- en belevingswaarde en het contrast met het stedelijk gebied, zo stelt de provincie.

Bremer laat weten Tiny Houses en andere kleine woonvormen op te willen nemen in de nog op te stellen Omgevingsvisie. ‘Dan kan er een meer integrale afweging worden gemaakt over de inpasbaarheid van kleine woonvormen in met name het buitengebied, rekening houdend met de opgaves die worden gesteld voor het buitengebied. Het college van B&W acht het nodig dat het vraagstuk kleine woonvormen wordt geborgd in de Omgevingsvisie omdat zij een grote impact kan hebben op het functioneren van het buitengebied van Leidschendam-Voorburg’.

Bouw Vlietland: mogelijk toch flats

Ontwikkelaar Dutch Lake Residence (DLR) dreigt met de bouw van 120 meerlaags appartementen in natuur- en recreatiegebied Vlietland. Dit als er in het eerste kwartaal van dit jaar geen zicht komt op een wijziging van het bestemmingsplan Vlietland Noord waardoor de bouw van 222 recreatiewoningen ter plekke mogelijk worden.

Dat stellen DLR-directeuren M. Heijn en P. de Rooij in een brief aan de gemeenteraad van Leidschendam-Voorburg. Die moet gaan beslissen over de wijziging van het bestemmingsplan.

De toplieden van DLR verwijzen naar ‘onjuiste en eenzijdige informatie’ die over hun plannen voor Vlietland wordt verspreid. Dat speelt volgens hen ‘een belangrijke rol in de beperkte voortgang in de besluitvorming over de bestemmingsplanwijziging’.

‘Helaas zien wij ons hierdoor genoodzaakt de ontwikkeling van een plan met daarin 120 meerlaagse appartementen binnen de huidige vigerende bestemming uit 2005, in gang te zetten. Indien de beoogde wijziging in het eerste kwartaal van 2023 niet in zicht komt, besluiten wij het gebied definitief te ontwikkelen binnen het vigerende bestemmingsplan. Het is voor DLR niet mogelijk om langer te wachten met deze keuze’, schrijven Heijn en De Rooij.

Het bestemmingsplan uit 2005 maakt de bouw van de meerlaagse appartementen mogelijk naast de realisatie van 122 recreatiewoningen. In de wijziging van het bestemmingsplan zijn de meerlaagse appartementen vervangen door recreatiewoningen. Dit omdat de appartementen niet goed in het gebied pasten en er de nodige bedenkingen waren bij ‘flatjes in de natuur’.

‘Nee’ tegen hek langs fietspad Stompwijk

De welstandcommissie wil niet dat er een 90 centimeter hoog hek komt langs de Stompwijksevaart tussen de kruising van de N206 met de Dr. van Noortstraat en Oosteinde 3.

Er moet een geleiderail komen zoals bij de bruggen naar het erf er achter. In donkergroen of zwart. Hoogheemraadschap Rijnland wil ter plekke een nieuw en breder fietspad langs de N206 realiseren.

Het tegelpad wordt vervangen door asfalt. Tegelijk wordt de oever van de vaart aangepakt en wordt de kade waarop het fietspad ligt verhoogd.

Het hek moet dienen als afscheiding tussen water en fietspad. De commissie wil het staalmatten hek echter niet. Het gaat om 765 meter.